Imagination & Participation

IMAGINATION AND PARTICIPATION: NEXT STEPS IN PUBLIC LIBRARY ARCHITECTURE

In december 2021 verscheen bij uitgeverij nai010 het Engelstalige boek ‘Imagination and Participation’, waarin auteurs Rob Bruijnzeels en Joyce Sternheim hun visie geven op de toekomstige architectuur van openbare bibliotheken. Centraal in het boek staat de vraag hoe openbare bibliotheken in kunnen spelen op veranderingen in onze samenleving en welke gevolgen dat heeft voor de architectuur van nieuwe bibliotheekgebouwen

WAAROM DIT BOEK?

Lange tijd heerste de mening dat bibliotheekgebouwen door verdergaande digitalisering van informatie overbodig zouden worden. Niets is minder waar gebleken. Bezoekersaantallen blijven stijgen waardoor openbare bibliotheken inmiddels wereldwijd tot de meest bezochte culturele instellingen behoren. Hierdoor groeit ook de waardering van de openbare bibliotheek als publieke ruimte, die schaars geworden plekken waar mensen van alle leeftijden en uit alle geledingen van de samenleving binnen kunnen lopen, zonder de verplichting iets te kopen of te consumeren. 

Een plaats waar je de ander echt kunt ontmoeten, waar mensen aandacht kunnen hebben voor elkaars denken en doen en voor de gemeenschap waarvan ze deel uitmaken. 

Het besef dat een dergelijke publieke ruimte van essentieel belang is voor de maatschappelijk en culturele vitaliteit van een gemeenschap, leidt tot een ware renaissance van bibliotheekarchitectuur. Over de hele wereld verrijzen indrukwekkende nieuwe bibliotheken, vaak ontworpen door beroemde architecten. Want elke stad wil zijn eigen icoon, een karakteristiek gebouw dat veel publiek trekt en daarmee tevens als aanjager van gebiedsontwikkeling fungeert. Maar representeren die gebouwen ook werkelijk een nieuwe visie op de rol van de openbare bibliotheek in de samenleving? 

We zien soms spectaculaire nieuwe bibliotheken die bij nadere beschouwing tamelijk traditioneel zijn ingericht. Het archetype van de bibliotheek in ultramoderne verpakking. Daarnaast zien we flashy gebouwen, die ruimte bieden aan de meest uiteenlopende activiteiten, maar die nauwelijks herkenbaar zijn als bibliotheek omdat de collectie een ondergeschikte rol heeft gekregen. Die verschillende interpretaties zijn illustratief te noemen voor de zoektocht van de openbare bibliotheek naar een nieuwe identiteit. Een zoektocht die alles te maken heeft met de maatschappelijke veranderingen die bibliotheken in de kern raken. 

Openbare bibliotheken worden geconfronteerd met de massaliteit en alomtegenwoordigheid van internet en sociale media, met toenemende ongelijkheid en polarisatie en een afname van het gemeenschapsgevoel. Complexe problematiek die om een volgende stap vraagt in de ontwikkeling van de openbare bibliotheek. Het klassieke distributiemodel van de bibliotheek, gebaseerd op het selecteren, ontsluiten en beschikbaar stellen van informatie, is niet langer toereikend. De toegankelijkheid en beschikbaarheid van allerlei bronnen is belangrijk, maar nóg belangrijker is dat er betekenisvolle samenhang tussen die bronnen bestaat. Juist door het organiseren van die samenhang kan de openbare bibliotheek zich onderscheiden. 

Daarbij gaat het niet alleen om het presenteren van een collectie of de interactie tussen gebruikers en collectie, maar ook om de interactie tussen gebruikers onderling en het tonen van de resultaten van die wisselwerking. De innovatieopdracht van de openbare bibliotheek is daardoor veel omvattender en complexer dan het toepassen van nieuwe informatietechnologieën, maar gaat vooral om het opnieuw vormgeven van processen, gericht op het stimuleren en ondersteunen van actief burgerschap en participatie. Dat leidt onherroepelijk tot de vraag welk gebouw die nieuwe manier van werken mogelijk maakt: een gebouw waarin verschillende vormen van interactie gestalte krijgen, maar waar ook de collectie nog altijd een prominente, maar andere rol heeft. 

Oplossingen vinden voor deze architectonische uitdaging vereist niet alleen verbeeldingskracht en kennis van de essentie van het openbare bibliotheekwerk, maar ook de expertise van architecten en specialisten op het gebied van publieke ruimte en cultural placemaking.

ZES THEMA’S

Het rijk geïllustreerde boek bestaat uit zes thema’s die uiteraard met elkaar in verband staan, maar lezers kunnen al naar gelang hun interesses op hun eigen manier door het boek navigeren. 

TRANSITIE: I HAVE TO CHANGE TO STAY THE SAME

Met deze quote benadrukte kunstenaar Willem de Kooning dat hij alleen trouw kon blijven aan zijn passie als hij voortdurend zou blijven veranderen. Dat geldt evenzeer voor openbare bibliotheken. Een toekomststrategie kan alleen succesvol zijn als de bibliotheek trouw blijft aan haar klassieke culturele en maatschappelijke waarde. Maar wat is dan ‘the change’ en wat is ‘the same’? In onze visie moet de bibliotheek zich naast persoonlijke ontwikkeling ook richten op de ontwikkeling van de gemeenschap als geheel. Dat betekent een verschuiving van de focus op leven lang leren naar leven lang participeren. Het vraagt om een bibliotheek die mensen in staat stelt om – ondersteund en geïnspireerd door de collectie – met elkaar in gesprek te gaan over maatschappelijke vraagstukken die zowel henzelf als de lokale gemeenschap raken.

WAARDEN: CATHEDRALS OF THE MIND; HOSPITALS OF THE SOUL; THEME PARKS OF THE IMAGINATION

Dat openbare bibliotheken een unieke rol in de samenleving vervullen, is toe te schrijven aan een aantal onderscheidende kwaliteiten. Het explicieter benoemen van die kwaliteiten helpt bij het verder verduidelijken van de positie van de bibliotheek in de samenleving en de stedelijke omgeving. De bibliotheek is een plaats voor fysieke ontmoeting en uitwisseling tussen mensen met verschillende achtergronden en meningen. Een plek waar mensen zich vrij voelen om het gesprek aan te gaan en tot wederzijds begrip te komen, terwijl ze omringd zijn door kennis- en informatiebronnen: de collectie. Maar ook een plek waar mensen het idee krijgen dat zij zichzelf kunnen ontwikkelen en hun leven een andere richting kunnen geven. Omschrijvingen als ontmoetingsplaats, Third Place of huiskamer doen onvoldoende recht aan de betekenis en complexiteit van wat zich in de bibliotheek afspeelt. Een betere omschrijving is heterotopia, wat letterlijk ‘andere plek’ betekent. Het is de tussenruimte waar je je kunt ontwikkelen en waar je perspectief kan veranderen door interactie met andere mensen en andere culturele uitingen. Zo’n typering heeft uiteraard gevolgen voor de architectuur en inrichting van het gebouw, maar betekent ook dat de bibliotheek een geheel eigen plek kan opeisen in de stedelijke infrastructuur. Het Groninger Forum en de Tilburgse LocHal maken duidelijk hoe belangrijk het is om daarbij rekening te houden met de lokale context.

TYPOLOGIEËN: THERE IS NO ARCHITECTURAL FORM UNIQUE TO THE LIBRARY

Architecten en kunsthistorici gebruiken typologieën om gemeenschappelijke kenmerken of uitgangspunten voor gebouwen te kunnen onderscheiden. Het is een manier om systematisch en met objectieve blik te kijken naar overeenkomsten of gelijkenissen tussen gebouwen. Het herkennen en hanteren van typologieën kan richting geven in het ontwerpproces van een nieuw bibliotheekgebouw. Het stelt ons in staat om bestaande bibliotheekgebouwen te ’lezen’ en te doorgronden; het biedt referenties en brengt je op ideeën. Bibliotheekgebouwen spelen continu in op verandering, zoals de groeiende omvang van de collectie, de introductie van nieuwe media, de wijze waarop die media bewaard, uitgeleend of beveiligd worden en de manier waarop gebruikers die media kunnen raadplegen en gebruiken. Het gaat daarbij niet langer over het uiterlijk van een gebouw – de stijlkenmerken, de stroming waarbinnen het past of de onmiddellijke herkenbaarheid – maar om de vraag hoe de bibliotheek van binnen functioneert. Het ontwerpen van de openbare bibliotheek van morgen is daardoor een uitdagende opgave geworden. Als bibliothecaris en architect complementaire partners zijn in dat proces kan dat in nieuwe, gezamenlijk ontwikkelde typologieën resulteren. Een mooie uitdaging waarbij de bibliothecaris een beetje architect wordt. En omgekeerd. The best of both worlds!

PARTICIPATIE: MAKING THE WORLD SAFE FOR QUESTIONS

Lange tijd was het primaire proces van bibliotheken gericht op het passief beschikbaar stellen van een goede collectie. Collecties werden met veel zorg samengesteld en het was aan de gebruikers om daar naar individueel inzicht een keuze uit te maken. Het is een model dat draait om toegankelijkheid en distributie van informatie. Maar dat is waarschijnlijk niet goed genoeg in tijden van informatie-overvloed. We staan voor de keuze: moeten we inzetten op verbeteren van het bestaande distributieproces of richten wij alle aandacht op wat werkelijk waardevol is; de bibliotheek voorbij de informatie-overvloed.

Het Ministerie van Verbeelding ontwikkelde een proces, waarin kenniscreatie en kennisdeling centraal staan. Daarbij gaat de bibliotheek op zoek naar de in de stad aanwezige kennis, creativiteit en verbeeldingskracht. Het is een proces dat begint met inspiratie, met goede vragen, verrassende en soms ook ongebruikelijke collectiepresentaties. Bezoekers worden uitgenodigd om daarop te reageren: wat zijn hun eigen associaties? Welke kennis hebben zij toe te voegen en welke nieuwe zienswijzen komen er dan bovendrijven? Als de resultaten daarvan systematisch gedeeld worden met andere bezoekers, ontstaan steeds weer nieuwe verbanden, nieuwe betekenissen en nieuwe inzichten. Het is een nieuw, cyclisch proces van inspireren, creëren en participeren. 

Binnen dit nieuwe bibliotheekproces speelt de collectie een heel andere, activerende rol die veel verder gaat dan een passieve presentatie aan de gebruikers. De collectie wordt allereerst gebruikt om mensen uit te nodigen om zich in vragen of thema’s te verdiepen. Op dat moment is de collectie een kennis- en inspiratiebron. Als je de gebruikers uitnodigt om hun eigen invalshoeken en ervaringen te onderzoeken fungeert de collectie als werkmateriaal voor het creëren van nieuwe betekenissen. Inspiratie ontstaat als die nieuw verworven contexten weer aan de collectie worden toegevoegd. De collectie ontwikkelt zich zo tot een levend archief, waarin je kunt zien welke thema’s er onderzocht zijn en tot welke nieuwe kennis en inzichten dat geleid heeft. Het belangrijkste uitgangspunt daarbij is dat bibliotheekgebruikers en samenwerkingspartners elk vanuit hun eigen kwaliteit en deskundigheid bij kunnen dragen aan de programmering en de verschillende onderdelen van het proces.

De bouw of verbouwing van een nieuwe bibliotheek is een unieke kans om deze uitgangspunten toe te passen. Om alle activiteiten ook letterlijk zichtbaar te maken in het gebouw is een open plan design nodig, waarin functies zoveel mogelijk geïntegreerd zijn. Daarbij hanteren wij in onze ontwerpen bij voorkeur de typologie van een landschap dat bestaat uit een verzameling van uiteenlopende ‘biotopen’, die met elkaar verbonden zijn, maar elk een eigen atmosfeer en uitstraling hebben: open en toegankelijk, zodat mensen zien wat zich daar afspeelt en sneller in de verleiding komen om mee te doen. Met ruimtes die stilte afdwingen of die juist levendigheid en sociaal contact stimuleren; ruimtes waar je kunt genieten van kunst, muziek en literatuur en ruimtes die uitnodigen zelf iets te produceren of je talenten te tonen. De collectie is als belangrijke kennis- en inspiratiebron omnipresent en ook de makerspaces – als plekken waar met de collectie wordt gewerkt – verdienen een geïntegreerde plaatsing als onderdeel van de publieke ruimte.

INSPIRATIE: GESPREKKEN MET ARCHITECTEN

Nederlandse en Vlaamse architecten trekken de aandacht met spraakmakende en innovatieve openbare bibliotheekgebouwen. Hun ontwerpen zijn waardevolle bronnen van informatie en inspiratie. Wij spraken met hen over hun visie op de openbare bibliotheek en vroegen hen hoe zij terugkijken op het ontwerpproces. 

  • Jo Coenen: OBA, Amsterdam (NL) en Centre Céramique, Maastricht (NL).
  • Chris van Duijn (OMA): Seattle Central Library (US), Qatar National Library, Doha (QA) en Bibliothèque Alexis de Tocqueville, Caen (FR).
  • Francine Houben (Mecanoo): Library of Birmingham (GB), Tainan Public Library (TW), New York Public Library Stephen A. Schwarzman Building (US), The Stavros Niarchos Foundation Library (US), New York, Martin Luther King Library, Washington (US). – Winy Maas (MVRDV): Boekenberg Spijkenisse (NL), Tianjin-Binhai bibliotheek (CN), imaginaire Brabant Bibliotheek 2040 (NL).
  • Vincent Panhuysen (KAAN architecten): Utopia, Aalst (BE).
  • Michiel Riedijk (Neutelings Riedijk): Rozet Arnhem (NL) en Eemhuis Amersfoort (NL).
  • Gert Kwekkeboom en Rick ten Doeschate, Civic: LocHal Tilburg (NL).
  • Kamiel Klaasse en Pieter Bannenberg, NL Architects: Groninger Forum (NL).
  • Ralf Coussée en Klaas Goris (Coussée Goris Huyghe architecten): Bibliotheek Waalse Krook Gent (BE). 

VERBEELDING: DON’T START BY REDESIGNING THE IMAGE; REDESIGN THE ACTION

Het (ver)bouwen van een bibliotheek is complex, want in korte tijd moeten veel besluiten genomen worden. Dan is het belangrijk om vooraf een aantal uitgangspunten te formuleren, die richting geven aan het ontwerpproces. Wij noemen dat een ‘programma van verbeelding’ omdat het onze inspiratie is bij het maken van de juiste keuzes. We onderscheiden in zo’n programma vijf belangrijke aandachtspunten:

  1. Een nieuwe bibliotheek is een investering in de toekomst. Maar bouwen aan de toekomst is alleen mogelijk als we goed weten wat de essentie – de missie – van het openbare bibliotheekwerk is.
  2. Openbare bibliotheken opereren in een sterk gewijzigde context waar de adequaat op ingespeeld moet worden. Het is belangrijk om die transities in kaart te brengen, voorbij de waan van de dag, de hypes of de trends: wat zijn de wezenlijke veranderingen in onze informatiesamenleving?
  3. Veranderingen in de samenleving en nieuwe technologieën vragen om een andere manier van werken, met een centrale rol voor de gebruiker, een ander gebruik van de collectie en nieuwe vormen van samenwerking. Welke rol gaan collectie, gebruikers, partners en programmering spelen?
  4. Een andere manier van werken resulteert in andere programmering, die ook nieuwe eisen stelt aan architectuur en inrichting van het toekomstige gebouw. Wat betekent dat voor de ruimtelijke indeling en de plaatsing van de collectie? Welke makerspaces gaan er komen? En wat kunnen andere partners qua functionaliteit toevoegen?
  5. Experimenteer, want gaat alles wel werken zoals het bedacht is? De beste manier om daarachter te komen is om andere manieren van werken te verkennen in een laboratorium voor nieuw bibliotheekwerk, waar concepten en ideeën samen met gebruikers worden uitgetest.

TENSLOTTE

Bibliotheken zijn en blijven van essentieel belang voor de maatschappelijke en culturele vitaliteit van een gemeenschap. Onder invloed van technologische en maatschappelijke veranderingen zal de bibliotheek voortdurend moeten blijven innoveren en daarvoor zijn gebouwen nodig die nieuwe vormen van bibliotheekwerk mogelijk maken. Het vraagt om een vernieuwende architectuur, waarbij architecten en bibliothecarissen veel van elkaar kunnen leren en elkaar kunnen uitdagen. 

De bibliotheek is het waard!

Rob Bruijnzeels en Joyce Sternheim zijn bibliothecarissen die zich al geruime tijd bezighouden met de transitie van het bibliotheekwerk. In 2019 ontvingen zij van de Koninklijke Nederlandse Vereniging van Informatieprofessionals de oeuvreprijs uit het Victorine van Schaick fonds voor ’hun niet aflatende bijdragen in woord en daad aan het Nederlandse openbare bibliotheekwerk’.

Meer achtergrondinformatie over het boek is beschikbaar op de website imaginationandparticipation.com

ekz benelux
Geef hier je email adres in en klik op aanmelden